AB | De kinderen [van] Abraham: Izaäk en Ismael. |
SV | De kinderen van Abraham waren Izak en Ismael. |
WLC | בְּנֵי֙ אַבְרָהָ֔ם יִצְחָ֖ק וְיִשְׁמָעֵֽאל׃ ס |
Trans. | bənê ’aḇərâām yiṣəḥāq wəyišəmā‘ē’l: |
De kinderen van Abraham waren Izak en Ismael.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
De kinderen van Abraham waren Izak en Ismael.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!